Gebiedsverkiezingen?
In april schreef een voormalige onafhankelijke kandidaat voor de stadsdeelverkiezing stadsdeel Oost een brief aan de nieuwe gemeenteraad over de oneerlijke gang van zaken rond die verkiezingen. Na de vorming van het nieuwe college werd dit raadsadres beantwoord door wethouder Groot Wassink, en na het reces werd dit gepubliceerd op de agenda van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratie op 5 september … Vervolgens kwam het onderwerp, alsmede de opvattingen over inspraak en participatie op 26 september weer op de agenda van dezelfde commissie.
Raadsadres
Het raadsadres van deze bewoner van stadsdeel Oost (ook inspreker in beide vergaderingen) zal de meeste onafhankelijke kandidaten uit het hart gegrepen zijn. Het antwoord mag teleurstellend worden genoemd, opgesteld door een kille ambtenaar die niet kan lezen? In plaats van Stadsdeelcommissies spreekt de brief ook over Gebiedscommissies. Net toen we dachten dat de spraakverwarring voorbij was. In de vergadering van 5 september verzoekt raadslid Vroege de wethouder “naar aanleiding van de stukken ter kennisname 13 en 14 voortaan iets uitgebreider in te gaan op de inhoud van de raadsadressen. Nu zijn de brieven te standaard opgesteld”.
In de vergadering van 5 september werd dit raadsadres en de beantwoording, en een raadsadres van de dorpsraad in Amsterdam Noord en beantwoording op de agenda voor de volgende vergadering gezet.
Ongelijk speelveld
Op 26 september was het duidelijk dat veel raadsleden erkenden dat de gang van zaken rond de stadsdeelverkiezingen geeen schoonheidsprijs verdient. Dat er beslist geen gelijk speelveld bestond tussen onafhankelijke kandidaten enerzijds en de kandidaten van de politieke partijen anderzijds. De stadsdeelcommissies die nu alleen uit politici van gevestigde politieke partijen bestaan moeten ervoor waken geen partijpolitiek te bedrijven.
Het bestuurlijk stelsel is nu eenmaal een feit, en we moeten het er voor nu mee doen. Er moet wel tijdig een evaluatie van het stelsel komen, die komt er. Dat bewoners niet vertegenwoordigd zijn is betrekkelijk: ook de leden van de stadsdeelcommissies zijn bewoners.
Meer zeggenschap
De nadruk lag nu vooral op echte inspraak en participatie door bewoners. Het begon al met het inspreekhalfuur waarin Bob Maas over zijn Stadsplein Mokum sprak. Een pleidooi voor een platform voor alle bewoners, niet alleen de hoogopgeleiden met te veel tijd. Jammer van het jargon, het participeren en co-creëren was niet van de lucht.
Maar ook bij de behandeling van de genoemde agendapunten kwam de noodzaak van het luisteren naar en het meedoen door de bewoners steeds naar voren.
Ook wethouder Groot Wassink maakte duidelijk dat inspraak en zeggenschap door Amsterdammers noodzakelijk zijn. Met het bestuurlijk stelsel heeft het echter niets te maken. In januari komt hij met plannen daarover. Geen aparte vergaderclub erbij, en niet beperkt tot de voormalige onafhankelijke SDC kandidaten. Zij zijn wel heel welkom om mee te doen, velen van hen zijn al actief in de buurten, en de gemeente kan de ervaring van actieve bewoners goed gebruiken.
Bekijk de videobewerking van Raadscommissie Kunst Diversiteit en Democratisering 26-09-2018 inzake participatie: de reacties van wethouder Rutger Groot Wassink
(op 10:15 begint het antwoord op de kritiek van onafhankelijke kandidaten)
Terzijde:
Het kaartje bovenaan laat alle stadsdeelgebieden zien, alsof het allemaal zelfstandige stadsdelen zijn. Ooit waren er te veel (14) stadsdelen, en het aantal is sinds 2010 ingekrompen tot de huidige 7. Een nog grotere versnippering dan vroeger zal hopelijk niet de bedoeling zijn. Hecht geen waarde aan die kleurtjes: Centrum West en Staatsliedenbuurt liggen in twee verschillende stadsdelen, en Centrum-west en Centrum-oost vormen samen stadsdeel Centrum, en hebben dan ook één, hopelijk ongedeelde, stadsdeelcommissie.
Misschien hebben deze “gebieds”commissies dan de illusie dat ze gezien worden als vertegenwoordiger van “de buurten”. Terwijl die van oud-Oost misschien wel allemaal in de Dapperstraat wonen.
Stadsdeel Centrum heeft inderdaad gelukkig 1 ongedeelde stadsdeelcommmissie.
In Oost is het deels uitgesplitst naar de 4 deelgebieden, daar komt men 1x per maand per deelgebied (oud-Oost, W’graafsmeer, IJburg, OHG) bij elkaar, en 1x per maand voor stadsdeel Oost als geheel. Dat klinkt sympathiek, maar het gevolg is dat er in Oost een extra laag is geïntroduceerd, en dat daarmee veel adviezen eerst in de deelgebieden en 2 weken later pas in Stadsdeel oost als geheel worden besproken, en dus een heeeeel lange doorlooptijd hebben.