Resultaten fijnstof zelfmeten
Eind 2017 organiseerde de Waag society en RIVM samen met bewoners een meetcampagne naar de effecten van vuurwerk op de concentraties (fijn)stof. Sindsdien is flink wat data verzameld. 8 maart was een bijeenkomst in de Waag waar de resultaten tot nu werden besproken. Tevens werd door het Making Sense-team het boekje: ‘Citizen Sensing, a toolkit’ gepresenteerd. Daarin staan alle methodes, lessen en best practices beschreven over zelfmeten.
RIVM
Joost Wesselink (RIVM) gaf zijn visie op fijnstofmetingen rond Oud & Nieuw. Deelnemers hadden daarvoor een eigen fijnstofmeter in elkaar gezet, bij hen thuis opgehangen en in het meetnetwerk van RIVM opgenomen. De data werden gedeeld via het nieuwe experimentele dataportaal samenmeten.rivm.nl. De resultaten zijn meteen te zien (real-time) en terug te kijken. Gemiddeld genomen namen de fijnstofconcentraties die sensoren van burgers in beeld brachten met een factor 17 toe. De officiële metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit lieten een nog grotere stijging zien. Daarmee is het vuurwerkexperiment afgerond, maar de metingen gaan door. Bekijk hier de presentatie.
Metingen gaan door
De metingen lopen dus nog steeds en geven een schat aan informatie prijs. Eerst leken er enorme afwijkingen tussen de officiële meetstations en sensoren thuis. Maar door correcties op luchtvochtigheid toe te passen bleken de waarden wonderwel overeenkomen te komen. Daarmee voldoen de goedkope sensoren ook aan een van de wettelijke taken van het RIVM; inzicht geven. 20 goedkope sensoren voor een gebied is al voldoende voor dat inzicht en om er conclusies uit te trekken. De aanwezigen signaleerden soms vreemde waarden. Pieken. Volgens Joost is het aandeel fijnstof door het verkeer zeer gering. Dat heeft ook te maken met de aanwezigheid van roetfilters. Het fijnstof komt dus van elders. Dat inzicht verkrijg je door maanden te meten. Was dat van te voren verteld dan geloofde je dat niet.
Toolkit
Afgelopen twee jaar maakten honderden buurtbewoners over heel Europa actief kennis met burgerwetenschap. Dat ging niet alleen met sensoren om stikstofdioxide (NO2) te meten, maar ook geluid. En niet alleen via sensoren, maar ook via aardbijenplanten. Het belangrijkste is je te groeperen. Burgers die samen een probleem in kaart willen brengen. Na het meten komt de bewustwording en de actie. En gekeken wordt of verbeteringen nodig zijn en of het project duurzamer te maken.
Waag coördineerde dit tweejarige Europese project en was in Amsterdam verantwoordelijk voor drie pilots. De ‘erfenis’ van meer dan twee jaar is veiliggesteld met de Citizen Sensing toolkit. Alle methodes, lessen en best practices staan er in beschreven. De toolkit vormt zo een blauwdruk voor beleidsmakers, stadsmakers en andere actief betrokken burgers om lokaal gedreven dataverzameling te faciliteren. De Citizen Sensing toolkit is voor iedereen gratis te downloaden en te gebruiken.
Frank Kresin (DesignLab UT Twente) vertelde dat meten alleen er niet toe doet. Het is noodzakelijk om experts er bij te halen. Zoals de GGD, RIVM. Dan kan je ook iets met goedkope sensoren. De uitkomsten worden dan geduid vanuit de experts. Maar bovenal: zelfmeten is leuk.