Ga naar de inhoud

Groot Waterloo

Met datum 16 september 2020 oordeelde de Raad van State negatief in twee uitspraken over het beroep van d’Oude Stadt en de Bewonersraad Nieuwmarkt Groot Waterloo inzake het bestemmingsplan Groot Waterloo en de vaststelling van hogere geluidswaarden in dat plangebied. En traject dat startte in 2017.

Bewoners zijn al jaren bezorgd over de slechte luchtkwaliteit en de geluidhinder in het plangebied Groot Waterloo. Ze willen dat de gemeente eindelijk maatregelen neemt om de luchtkwaliteit te verbeteren en de geluidhinder te verminderen. De maatregelen ontbreken in het bestemmingsplan, maar ook in elk ander plan (agenda Autoluw, actieplan Geluid, actieplan schone lucht, agenda touringcar etc.). Steeds maakt de gemeente keuzes ten nadele van het woon- en leefklimaat in de Prins Hendrikkade, Foeliestraat, Valkenburgerstraat, mr Visserplein en het Jonas Daniël Meijerplein. Alsof daar dus niet gewoond wordt.

Directe aanleiding van het beroep is de manier waar op het College de ingediende zienswijze terzijde legt in de nota van beantwoording: De door de adressanten verlangde maatregelen om het verkeer terug te dringen met als doel minder luchtvervuiling kunnen niet met het bestemmingsplan worden bewerkstelligd. Het bestemmingsplan is daarvoor niet het instrument.

Bewoners vonden dat een vreemd argument, omdat de gemeente de plannen juist onderbouwt met ingekochte rapporten over de luchtkwaliteit en geluidsbelasting in het plangebied. Deze rapporten waren van 2017. Inmiddels lagen er recentere gegevens van de eigen GGD die aantoonden dat de luchtkwaliteit echt niet verbetert. Bovendien stond in de brief van wethouder Dijksma van 20 december 2018 (zie de BIJLAGE (pagina 5), dat de berekeningen van het NSL (nu pas) onderbouwd worden door de metingen van de palmesbuisjes van de GGD. Ze naderen elkaar, door een reëlere “verkeersinput” bij de berekeningen van het NSL.

Raad van State
De raad maakt korte metten met de argumentatie van de bewoners. Zo is er geen verplichte Participatie en kennisgeving over het vervolg na indiening van een zienswijze. Bewoners moeten de website van de gemeente en de Staatscourant in de gaten houden.

Ook hoeft de raad geen verkeersmaatregelen in een plan op te nemen. De rechter stelt vast dat het plan geen ontwikkelingen mogelijk maakt die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit en de geluidhinder. De door bewoners gewenste verkeersmaatregelen kunnen niet in het bestemmingsplan worden opgenomen. In een bestemmingsplan kan geen gebod worden opgenomen om geluidreducerend asfalt op een weg aan te brengen. Ook wordt in een bestemmingsplan niet geregeld wat de maximale snelheid op een weg is en voor welk soort verkeer een weg toegankelijk is. Dat wordt geregeld in verkeersbesluiten op grond van de Wegenverkeerswet 1994.

Tot slot vond de rechter dat de raad een functiewijziging naar wonen mogelijk mocht maken. De door de gemeente overlegde rapporten gelden. De metingen van de palmesbuisjes van de GGD moeten buiten beschouwing blijven omdat deze niet voldoen aan de Europese wetgeving. Kennelijk ongeacht wat de wethouder er van zegt.
Wel vindt de rechter dat op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening beoordeelt moet worden of nieuwe woningen nabij drukke gemeentelijke wegen aanvaardbaar zijn gezien de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse.

Een bestuursorgaan is op grond van het beginsel van een goede ruimtelijke ordening verplicht om te beoordelen of blootstelling aan luchtverontreiniging aanvaardbaar is, ook als een project zelf niet of nauwelijks bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Het project kan onaanvaardbaar om te realiseren waar de luchtkwaliteit slecht is (ECLI:NL:RVS:2014:4099).

De rechter vindt echter dat volgens de monitoringgegevens van het NSL voor het jaar 2018  (cijfers uit 2017!) de wettelijke grenswaarde van 40 microgram NO2 niet of nauwelijks is overschreden. De rechter ziet dat de metingen van de GGD Amsterdam de grenswaarde voor NO2 in 2019 wel overschreden zijn op twee meetpunten in het plangebied, maar vindt toch dat de gemeente in redelijkheid ervan uit kunnen gaan dat dit geen grote overschrijdingen zijn. En koppelt dat aan de verwachting van het RIVM dat in 2020 de grenswaarden voor de luchtkwaliteit in het plangebied niet zullen worden overschreden.

Vaststelling van hogere waarden Wet geluidhinder
Het beroep tegen het besluit hogere waarden is separaat ongegrond verklaard. Voor verkeersherrie zijn normen: maximale “voorkeurswaarde” is 48 dB, volgens de Wet Geluidshinder (Wgh). Terwijl de gezondheidsnorm voor verkeer onder de 42 dB ligt. Er zijn uitzonderingen op die norm van 48 dB mogelijk tot maximaal 63 dB. Het College stelt de grenswaarde hoger vast, omdat geluidreducerende maatregelen onvoldoende doeltreffend dan wel bezwaarlijk zijn.

Bewoners stelden dat er geluidreducerende maatregelen genomen kunnen worden, zoals het aanbrengen van geluidreducerend asfalt, het verlagen van de toegestane snelheid en het verminderen van verkeer door een “knip” aan te brengen in de Weesperstraat. Die knip houdt in dat de Weesperstraat wordt afgesloten voor doorgaand autoverkeer. Daardoor zal de geluidbelasting in het plangebied met 5 dB afnemen. De gemeente stelt dat het nemen van maatregelen om de geluidbelasting terug te brengen volgens het college niet reëel is. Het college heeft deugdelijk gemotiveerd dat maatregelen om de geluidbelasting terug te brengen onvoldoende doeltreffend zijn en/of dat daartegen overwegende bezwaren bestaan van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. De rechter doet de rekensom:

Omdat in het akoestisch onderzoek is geconcludeerd dat het aanbrengen van geluidreducerend asfalt leidt tot een geluidreductie van 4 dB. Dat is niet voldoende om aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB te voldoen. Ook heeft het college in de nota van zienswijzen toegelicht dat geluidreducerend asfalt te duur is in verhouding tot het effect en te onderhoudsgevoelig. Verder heeft het toegelicht dat het verlagen van de toegestane snelheid negatieve effecten zal hebben op de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer zal beperken. Dit leidt tot (meer) filevorming en tot meer geluidsoverlast van remmend en optrekkend verkeer en ook tot meer luchtverontreiniging. Tot slot is het verminderen van de hoeveelheid verkeer in de Valkenburgerstraat volgens het college geen optie, omdat uit onderzoek is gebleken dat dit negatieve consequenties heeft voor de verkeerssituatie in de binnenstad als geheel. Daarnaast staat in het akoestisch onderzoek dat de maximaal optredende gecumuleerde geluidbelasting 66 dB bedraagt. Dat is 3 dB hoger dan de maximale ontheffingswaarde van 63 dB voor wegverkeerslawaai. Dat is in overeenstemming met het Amsterdamse geluidbeleid.

Het akoestisch onderzoek van de gemeente concludeert dat bij een aantal nieuwe woningen de maximale ontheffingswaarde in de Wgh niet wordt overschreden. Hoewel in het akoestisch onderzoek ook is geconcludeerd dat bij een aantal nieuwe woningen de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden, wordt voor die woningen in de planregels een dove gevel, vliesgevel of een gebouwgebonden geluidscherm verplicht gesteld. Daarmee wordt voldaan aan de Wgh.

Bijlage