Ga naar de inhoud

Ouderenvriendelijk?

Op 8 december heeft de Ouderen Advies Raad Centrum een tweede symposium gehouden over Mobiliteit Buitenshuis, deze keer in de Boekmanzaal van het stadhuis:

Van scheve stoeptegels tot ‘Dat lossen we samen op’
oftewel: “Hoe ouderenvriendelijk gaan we Amsterdam Centrum maken?”

Het was een goed bezochte bijeenkomst, de verwachtingen waren hoog. Het eerste programma-onderdeel, korte presentaties van een onderzoek door HVA studenten en van wandelingen door verschillende buurten was veelbelovend. Deze wandelingen, uitgebreid gedocumenteerd op http://www.buurtkijken.nl/amsterdamcentrum, lieten tal van knelpunten zien die iedereen iedere dag in iedere buurt kan tegenkomen. De conclusies van de organisatoren van de wandelingen was duidelijk: er is heel veel mis.

Inrichting openbare ruimte
Sommige misstanden zijn op te lossen door technische ingrepen in de openbare ruimte: het egaliseren van trottoirs, verlaagde stoepranden bij oversteekplekken. Het beter zichtbaar maken van sousterrain ingangen, een betere plaatsing van straatmeubilair. Stoplichten op brede straten moeten lang genoeg groen blijven om voetgangers veilig over te laten steken.

Gedrag
Andere problemen hebben te maken met gedrag: Het hufterige gedrag van veel Amsterdamse fietsers: rijwielen die overal en nergens neergezet worden. Fietsers en scooters die niet stoppen als iemand wil oversteken, ook niet bij zebrapaden. En zelfs winkeliers die te veel spul buiten op de stoep uitstallen. Steeds meer bouwsteigers die zonder nadenken worden neergezet, terwijl het best anders kan. Het merendeel van de terrassen waaiert uit. Het wordt voor iedereen steeds moeilijker om als voetganger nog enige afstand af te leggen zonder van het trottoir gedwongen te worden, maar voor mensen met loophulpen of rolstoel wordt het schier onmogelijk.

Helaas
Björn Raven, adviseur openbare ruimte stadsdeel centrum hield een presentatie: een lange opsomming van allerlei knelpunten en mogelijke oplossingen, en wat er al of niet opgelost ging worden. En dat was bar weinig. De zaal morde en vroeg of de spreker zich kon beperken tot wat er wel kon, maar hij ging onverdroten door. De meeste dingen moeten wachten op herinrichtingen in de verre toekomst; de herinrichtingen in de komende vier jaar waren meegenomen bij wat in de presentatie al of niet gehonoreerd werd. Roeland Rengelink, lid van het DB stadsdeel centrum legde uit dat het een kwestie van geld was: er is 2 miljoen beschikbaar voor aanpassingen, om alle knelpunten op te lossen is dat een nulletje te weinig.

Gedeelde ruimte
Een fraaie presentatie door Katinka Fledderus, verkeerskundig ingenieur bij de gemeente, over de “shared space” achter het Centraal Station waar voetgangers, fietsen enz. zonder grote ongelukken door elkaar laveren. Bang om er te lopen? Het went wel. Zij gaf duidelijk aan dat deze plek de enige plek was waar dat kan werken, nergens in de stad zijn de juiste voorwaarden daarvoor aanwezig. Uit het publiek kwam de vraag of er onderzoek gedaan was naar de beleving van de gebruikers. Nee dus.
Enkele van de aanwezigen geven te kennen dat het voor hen fysiek onmogelijk is om daar over te steken, de pont naar EYE is voor hen onbereikbaar. Ook “kleine” ongelukken hebben soms grote gevolgen.
Een nieuwe “shared space” dreigt: de Turfmarkt die zo mooi is opgeknapt, prachtig om te wandelen, kan ook weer een geweldige racebaan voor fietsers worden.

Er waren heel veel vragen en opmerkingen vanuit het publiek. Misschien het best verwoord door Gertrud Pijnenburg, geriatriefysiotherapeut: het is niet veilig op straat voor ouderen. Zij blijven wel langer wonen, dus de risico’s worden steeds groter.

En nu?
Fietsen en terrassen zijn speerpunten in het beleid, zegt Rengelink. In sommige straten kunnen mogelijk terrassenplannen komen. Met 1.80 m loopruimte (!!! inclusief schuin aflopende gladde stoeprand?- d’Oude Stadt). Hij geeft toe dat er geen enkele vooruitgang is in handhaving. Wat fietsparkeren betreft telt mee dat er geen regels zijn wat wel of niet mag. Dan kan er ook niet gehandhaafd worden.
De OAR heeft haar advies aan Rengelink aangeboden, stopt nu met het onderwerp, en gaat zich richten op ouderenhuisvesting.
Rengelink meldt dat er geen stadsdeel zo vergrijst als het centrum. Hij vraagt de OAR samen na te denken over hoe woningen geschikt te maken of hoe voorzieningen in de buurt ervoor kunnen zorgen dat men er kan blijven wonen.