Waar maken bewoners in Amsterdam centrum zich druk om? / Deel 17 – ‘Rat in de stad’!
In de 42 jaar dat Edward Bronts bij de afdeling Dierplaagbeheersing GGD Gemeente Amsterdam werkt, heeft hij het werk behoorlijk zien veranderen. Zo kwam de meeste overlast door dierplagen vroeger van kakkerlakken. Nu zijn het ratten. En dat is niet de enige verandering. Edward gaat bijna met pensioen en blikt terug.
Samen de stad schoonhouden
Hoe kun je de rat weghouden? Edward: “We moeten zorgvuldiger omgaan met onze grote huiskamer: de stad. Wees er zuinig op. Durf je buren erop aan te spreken als ze dieren voeren, of als ze hun vuilnis naast de container zetten. Alleen samen kunnen we de stad schoonhouden.”
Vooral in de openbare ruimte valt er veel te winnen. De dierplaagbeheersers adviseren bijvoorbeeld bij het inrichten van pleinen en parken. Edward: “Er kwam een nieuw kunstwerk in een park. Daar konden mensen op zitten en hun broodje eten. Maar de ratten aten mee, omdat ze eronder konden kruipen. Toen hebben wij geadviseerd om de zijkant af te sluiten en het kunstwerk dieper in de grond te plaatsen. Ratten graven meestal niet zo diep.”
“Vroeger gebruikten we veel makkelijker bestrijdingsmiddelen dan nu. Er gingen maandelijks kilo’s gif doorheen.” Edward en zijn collega’s kijken nu eerst naar de oorzaak van de overlast. Daar zijn de melders soms verbaasd over. Edward: “Ze willen het liefst dat we binnenstappen met grote dozen gif. Maar we komen met potlood, papier en een zaklamp. Die hebben we nodig voor goed onderzoek. We kijken bijvoorbeeld of de buitendeur goed sluit. En hoe groot de ruimtes onder de keukenkastjes zijn. Een rat leeft buiten, maar komt naar binnen als het daar lekker naar eten ruikt. Ons advies is dus vaak om gaten te dichten en het eten op te bergen.”
Ratten komen altijd op hetzelfde af, vertelt Edward: eten. “In huis, maar ook buiten waar afval en vuilniszakken rondslingeren. Als mensen nonchalant zijn met eetbaar afval komen er ratten op af. Het zijn eigenlijk onze schoonmakers. Als het schoon is op straat, hebben ze er niets te zoeken.”
Van bordeel tot directiekamer
De dierplaagbeheersers werken niet alleen op straat: ze hadden ook contracten met bedrijven. Denk aan horeca, kantoorpanden, hotels en scholen. Edward: “We kwamen overal: van bordeel tot directiekamer. Een rat kijkt niet op het naamplaatje bij de deur voor hij ergens naar binnen gaat.”
Bij die bedrijven deden de dierplaagbeheersers regelmatig een inspectie. “We maakten een route door het hele pand,” vertelt Edward. “We controleerden alle keukens en checkten bijvoorbeeld de prullenbakken.”
Na een reorganisatie mochten de dierplaagbeheersers alleen de panden van de gemeente blijven onderhouden. Dat zijn er nog steeds heel wat: denk aan de Stopera, de stadsdeelkantoren en 43 parkeergarages.
“Niet zeuren, maar bestrijden”
Vraag Edward en zijn collega’s niet pas om advies als er al veel overlast is, benadrukt hij. “Bestrijd die beesten nou maar, en verder niet zeuren, kregen we vroeger vaak te horen. Nu vragen ze ons vaak eerder in het project om advies. Dat is beter: zo kunnen we de overlast bij de oorzaak aanpakken. Wij zijn net als de tandarts: die vult niet meteen gaatjes, maar maakt eerst het hele gebit schoon en doet onderzoek. Daarna begint hij aan de reparatie.”
Hoofdkantoor snackbarketen ondoordringbare vesting gemaakt
Een goed voorbeeld van op tijd meedenken is de casus van een bekende snackbarketen, vertelt Edward. “De directeur van de snackbarketen had ratten en andere dierplagen in het oude hoofdkantoor in Amsterdam-Noord, dus we kwamen daar wel eens. Op een gegeven moment vroeg hij ons mee te denken over de bouw van een nieuwe fabriek. Dat moest een ondoordringbare vesting worden voor plaagdieren. Toen we de bouwkeet binnenstapten reageerden de architecten eerst lacherig op ons. Mijn collega stelde meteen kritische vragen over de bouwtekening. Zoals: waarom is dit gat twee centimeter? Daar kan namelijk een rat door naar binnen. Zo hebben we de bouwtekeningen nauwkeurig doorgenomen. We hadden 153 opmerkingen, bijvoorbeeld: plaats een roostertje voor dat gat. Toen namen ze ons serieus. In de nieuwe fabriek heeft de snackbarketen geen last gehad van dierplagen.”
“Ik heb dierplaagbeheersing nooit als werk gezien,” zegt Edward. “Het is fijn om iets voor mensen of bedrijven te betekenen. Als je een plaag kunt terugdringen… Dat is het mooiste.”
Bron: Nieuwsbrief gemeente Amsterdam
Foto: Met dank aan Pixabay