De Raad van State heeft op 26 juni 2019 uitspraak gedaan over het besluit van 6 februari 2017 van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie stadsdeel Centrum. Dat ging om het staken van gebruik van de winkelruimte aan de Blauwburgwal als souvenirwinkel en alle souvenirartikelen te verwijderen en verwijderd te houden, anders volgt een boete.
Het gemeentebestuur wil dat de winkel stopt met het verkopen van souvenirs, omdat dat op die locatie niet is toegestaan. De verkoop van souvenirs is niet in overeenstemming met het daar geldende bestemmingsplan ‘Westelijke Binnenstad’. Dat past in het strenge handhavingsbeleid tegen illegaal gevestigde souvenirwinkels.
Bevoegdheid
Het algemeen belang is gediend is met handhaving. Bij overtreding van een wettelijk voorschrift is het bestuursorgaan bevoegd om met een last onder bestuursdwang of dwangsom op te treden en moet in de regel van deze bevoegdheid gebruik maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen.
- Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat.
- Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
Eigenaar
De eigenaar van de winkel heeft tegen dat besluit beroep ingesteld bij de rechtbank in Amsterdam. Niet in geschil is dat in de winkel uitsluitend souvenirs worden verkocht. Volgens de eigenaar heeft de gemeente nooit eerder gereageerd op zijn vragen of zijn souvenirwinkel was toegestaan. Ook vindt hij het niet terecht dat hij nu financiële schade lijdt. En dat bewoners en winkeliers in de buurt geen aanstoot nemen aan de kleine winkel. De rechtbank verklaart zijn beroep in augustus 2018 ongegrond.
Raad van State
De Raad vindt dat de rechtbank terecht het beroep op het vertrouwensbeginsel verwierp, omdat de eigenaar aan (onbeantwoorde) e-mails niet het gerechtvaardigde vertrouwen kon ontlenen dat er toch een souvenirwinkel gevestigd mocht worden. Dat de eigenaar door de beëindiging van de exploitatie van de souvenirwinkel wordt getroffen in zijn financiële belang, is een risico dat voor zijn rekening dient te komen, nu hij het pand in strijd met het bestemmingsplan gebruikt. Als de eigenaar de digitaal beschikbare informatie op onder meer www.ruimtelijkeplannen.nl moeilijk toegankelijk vindt, had het op zijn weg gelegen om daarover een deskundige te raadplegen. Er zijn verder geen andere omstandigheden om af te zien van de handhaving. De raad
Lees hier de hele uitspraak: ECLI:NL:RVS:2019:2003