De rechter oordeelde 12 maart dat de gemeente Amsterdam het verhuren van woonruimte voor vakantieverhuur via sites als Airbnb niet mag verbieden. Per 1 juli 2020 besloot de gemeente dat in drie wijken in het centrum het “AirBnB-verbod” gold. Amsterdam Gastvrij is een van de eisers, die in het gelijk werden gesteld.
Volgens de rechter biedt de Huisvestingswet 2014 niet de ruimte voor een verbod op vakantieverhuur om een “het aanwijzingsbesluit verbodswijken vakantieverhuur Amsterdam” te maken. Het besluit van 30 juni 2020 is daarmee onverbindend wegens strijd met de Huisvestingswet 2014. Een verbod op vakantieverhuur in één of meerdere door de gemeente te bepalen wijken behoort daarmee niet tot de mogelijkheden. Het is immers geen vergunningsvoorwaarde of -voorschrift.
Eerdere Zienswijzen
Uitgebreid gaat de rechter in op de voorbereidingsprocedure van het besluit. Van 17 april 2020 tot en met 28 mei 2020 lag dat ontwerpbesluit ter inzage om de wijken Burgwallen Oude Zijde en Nieuwe Zijde en Grachtengordel-Zuid aan te wijzen als gebieden waar een verbod op vakantieverhuur geldt. Er waren 780 zienswijzen ingediend, waarvan 75% voorstander was van het verbod. Ook d’Oude Stadt diende een zienswijze in.
d’Oude Stadt: Kijkend naar de stippenkaarten van vakantieverhuur, dan is er geen enkele reden om alleen op de Burgwallenen de Zuidelijke Grachtengordel een verbod uit te vaardigen. Want, zegt u, het gaat niet om overlast van toeristen op straat. Waarmee we die overlast zeker niet willen bagatelliseren.
Wet Toeristische verhuur van woonruimte
De Huisvestingswet 2014, in 2020, stelde enkel dat voor het onttrekken van woonruimte een vergunning nodig is en dat de gemeenteraad de weigeringsgronden en de voorwaarden waaronder een vergunning wordt verstrekt kan vaststellen. Na een wetswijziging per 1 januari 2021 staat de Huisvestingswet 2014 toe dat gemeenten een registratieplicht, een meldplicht, een nachtencriterium en een vergunningplicht voor toeristische verhuur in mogen voeren (Wet Toeristische verhuur van woonruimte).
Echter de Memorie van Toelichting zegt dat een systeem van vergunningplicht in beginsel geen totaalverbod kan inhouden. Indien is voldaan aan de voorwaarden van de vergunning, komt de aanvrager in beginsel in aanmerking voor de vergunning. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden kan een totaalverbod een gerechtvaardigde maatregel zijn.
Conclusie
Begin 2020 sprak de Raad van State uit dat Amsterdammers een vergunning nodig hebben om hun woning te verhuren aan toeristen. Bij die uitspraak had de wethouder het kunnen laten. Maar nu de gemeente een vergunningstelsel heeft opgetuigd, levert dat volgens de uitspraak van 12 maart 2021 nog meer problemen op, want je kan het niet alsnog verbieden (in bepaalde buurten).
Voor 2021: Amsterdamse verhuurders hebben vrijwel nooit een vergunning, omdat die niet nodig was. Het zou dus betekenen dat alle vakantieverhuur illegaal is.
Wel geeft de rechter ten overvloede nog aan dat voor de gemeente eventueel andere wegen zijn om de leefbaarheid in de drie betrokken wijken te beschermen. De gemeente zou dan aanpassing van artikel 3.3.1, vijfde lid, van de Verordening kunnen overwegen, aangezien momenteel vergunningen voor vakantieverhuur niet kunnen worden geweigerd vanwege een negatief effect op de leefbaarheid. Ook zou de gemeente er voor kunnen kiezen om, in lijn met de mogelijkheden die de Wet toeristische verhuur van woonruimte biedt, een quotum in samenhang met een nachtencriterium in te voeren. Een dergelijk quotum kan er ook voor zorgen dat de leefbaarheid in de betreffende wijken verbetert. Verder kan de gemeente ook via het bestemmingsplan afdwingen dat er in huizen gewoond wordt en dat die niet voor een andere bestemming – bijvoorbeeld toeristische verhuur – worden gebruikt.
Bijlage:
-
ECLI:NL:RBAMS:2021:1017 (Datum uitspraak12-03-2021)