Ga naar de inhoud

Zitting Raad van State Handhaving luchtkwaliteit

Donderdag 7 juni stond d’Oude Stad namens 10 bewoners voor de afdeling rechtspraak van de Raad van State. Deze bewoners wonen en/of werken tegenover een  stikstodioxide(NO2)meetpunt van de GGD. Zij hebben o.a. bij de gemeente Amsterdam en Ministerie gevraagd om handhaving van de normen luchtkwaliteit. Die gemeten waarden liggen in hun straat ver boven de Europese norm van 40 μg/m³. Nu stond ter discussie de afwijzing van de handhaving, omdat de wet er niet in voorziet.

Bij handhaving in de strikte zin, het opleggen van boetes, gaat men uit van een gesloten systeem. Kort gezegd, komt een wet niet voor op een lijst, dan kan er niet beboet worden, dus niet “gehandhaafd” worden. Tegen deze strikte redenering kwamen bewoners in beroep. Hun vraag aan het Ministerie was nu juist om zich aan de luchtkwaliteitsnormen te houden. Let op 40 μg/m³ (jaargemiddelde) NO2 is geen gezondheidsnorm. Die ligt veel lager. Dit beroep gaat over slechts een onderdeel van de beslissing op bezwaar van het Ministerie van 31 juli 2017. De andere punten liggen (nog steeds) bij de rechtbank Amsterdam. Een verweer is daar nog niet ingediend (ook niet door Amsterdam).

Ministerie
De realisatie van de grenswaarden voor luchtkwaliteit gaat via (plaatselijke) luchtplannen of het Nederlands Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In de wet staat dus geen grondslag voor een bestuurlijke boete, of dwangsom. Er staat dus geen bestuurlijk rechtsmiddel open. De wetgever vond dat onwenselijk. Dat kan alleen tegen het plan zelf (civiel). Het Europees Hof zegt niet dat per se een bestuursrechtelijke procedure moet zijn.

Hof van Justitie van de EU (25 juli 2008, C237/07): Dat de richtlijn 96/62/EG van de Raad inzake beoordeling en beheer van de luchtkwaliteit, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1882/2003 moet al dus worden uitgelegd dat bij een dreigende overschrijding van de grenswaarde, of alarmdrempels PARTICULIEREN, die rechtstreeks worden getroffen, MOETEN kunnen bewerkstelligen dat de bevoegde autoriteiten een actieplan, ook wanneer zij, krachtens nationaal recht beschikken over andere mogelijkheden om deze autoriteiten maatregelen te doen uitvaardigen ter bestrijding van luchtverontreiniging.

Het Ministerie voerde ook de “nieuwe” plannen (Aanpassing NSL 2018) op, waar zij samen met Amsterdam in optrekken. Het Ministerie is verantwoordelijk voor die plannen. Het NSL is een samenwerking tussen verschillen bestuursorganen maar verandert niets aan de taak- en bevoegdheidsverdeling tussen die overheden. Het opnemen van een maatregel (of project) in het NSL staat los van de normale procedures. Dus discussies over de maatregel gaat dan ook niet via het NSL, maar met de daartoe bevoegde (lokale) overheid. Ook bracht het Ministerie de procedures bij de burgerrechter ter sprake. In de bodemprocedure met Milieudefensie is een tussenvonnis gewezen, waarvan Milieudefensie meteen in hoger beroep is gegaan.

Het Ministerie in hun pleitnota: Een voldoende concreet verzoek om locatie-specifieke maatregelen gericht tot het bevoegde gezag maakt het mogelijk om van het daartoe bevoegde gezag een inhoudelijk oordeel over de maatregelen te verkrijgen en geeft ten slotte via bezwaar en beroep toegang tot de bestuursrechter. Indien daadwerkelijk wordt besloten tot het nemen van maatregelen, kunnen deze aan het NSL worden toegevoegd, overeenkomstig het systeem van de Wet milieubeheer. De rechtbank Den Haag heeft dit systeem in het vonnis van 27 december 2017 bevestigd.

Bewoners
Het opstellen van een luchtplan kan dus worden afgedwongen via een civiele procedure, zoals Milieudefensie heeft gedaan. In die civiel procedure bij burgerrechter gaf het Ministerie nog aan dat deze handhavingsprocedures kansrijk zouden zijn…….. Voor individuele burgers is een civielgeding met verplichte procesvertegenwoordiging een kostbare aangelegenheid. En zoals gebruikelijk heeft de overheid nogal een lange adem in rechtsprocedures. Daarom bepleiten bewoners bij de Raad van State een toegang tot de bestuursrechter. Als deze rechter daar geen mogelijkheden toe ziet, dan zal de politiek die rechtsgang moeten creëren.

Het Ministerie meldt dat een concreet verzoek om locatie-specifieke maatregelen kan leiden tot een inhoudelijk oordeel (met een bestuursrechtelijke bescherming) . Nu  zijn er al nieuwe plannen in Amsterdam om de lucht schoner te krijgen, omdat Milieudefensie op 7 september 2017 het kort geding won. Een uitspraak die de overheid niet serieus genoeg neemt. d’Oude Stadt gaf over die plannen namelijk ongezouten de mening via een zienswijze; deze “nieuwe” plannen gaan niet helpen, zeker niet op de locaties waar bewoners wonen/werken en heeft de snelheid niet op het oog die de civiele rechter voorschrift. Dat wordt ondersteund door een recent rapport van TNO, waarin de effectiviteit van de maatregelen zijn doorgerekend.  “Veel nieuwe “maatregelen” hebben een zeer beperkt effect op de concentraties NO2, enkele werken goed, andere zijn echt meer voor de bühne genomen” , zoals Milieudefensie schrijft.  d’Oude Stadt gaat over het TNO-rapport ook nog een zienswijze indienen.

Conclusie
Het is verder wachten op de uitspraak van de afdeling rechtspraak van de Raad van State. Ook op het vlottrekken van de procedures bij de rechtbank in Amsterdam op de overig punten. Maar bovenal is het zaak om “de besluitvorming” te beïnvloeden, welke maatregelen Amsterdam nu concreet gaat inzetten, voor echte schone lucht. Het coalitieakkoord geeft een voorzet daartoe, maar moet uitgewerkt worden in niet vage plannen, maar acties die echt gaan helpen in de knelpuntstraten. Wordt vervolgd.