Sjoemelen, nieuwe norm?

Het nieuwe evenementenbeleid is in december vastgesteld door B&W, nadat er 315 zienswijzen waren ingediend. En nadat de meetwaarden van het seizoen 2017 in een rapport zijn gepubliceerd. Nu is het aan de gemeenteraad om nog even heel snel alle dikke rapporten door te nemen. In januari zijn 3 momenten bij de raad waar het “nieuwe” beleid besproken wordt, inclusief de gemeenteraad op 24/25 januari 2018 om het vast te stellen.

Expertmeeting
Op 9 januari van 19:00 tot 22:30 uur, in de raadszaal, vindt een “expert meeting” plaats ten behoeve van de raadsleden. Geen woordvoerders namens evenementenorganisatoren, maar ook niet namens bewoners. De bijeenkomst is openbaar. AGENDA

Inspreken
Op 11 januari wordt het nieuwe beleid behandeld door de commissie Algemene Zaken. Inspreken is mogelijk. HOE AANMELDEN
Alle stukken staan op de vergaderagenda bij punt 15 – klik op pijltje om open te klappen.

Beleid
Nog steeds wordt er geen rem gezet op het aantal evenementen, integendeel, de parken en andere groengebieden krijgen er steeds meer bij.

In het geluidbeleid zoals het nu voorligt hebben we zowaar een kleine verbetering voor omwonenden ontdekt: om te voorkomen dat bewoners overlast krijgen van meerdere locaties, dus veel meer dan 1 of 3 evenementen per jaar, wordt rekening gehouden met geluidscontour van 75 en niet meer 85 dB(C). Maar of de ambtenaren van het bureau vergunningen die ingewikkelde contouren kunnen tekenen? Zij moeten het wel gaan doen. Bij iedere vergunning op een plek zonder locatieprofiel. Gaat die regel ook tellen als er sprake is van “groot maatschappelijk belang”? Vast niet.

Locatieprofielen
Deze schijnen verbeterd te zijn na de inspraak. Conformiteit, duidelijkheid over hoeveel evenementen per jaar, hoeveel eendaagse en meerdaagse, over hoeveel dagen lawaai en hoeveel dagen minder lawaai. Inclusief of exclusief Koningsdag en Pride. En meer. Of het waar is? Wij kunnen niet alle profielen beoordelen: beoordeelt u zelf de locatieprofielen in uw eigen omgeving of in uw favoriete park (document 05 op de vergaderagenda bij punt 15  17.08MB!).

Vondelpark Locatieprofielen pag.62

Sjoemelcorrecties
De geluidscorrecties die zorgen dat er afgeweken kan worden van de nieuwe norm staan er nog steeds in. En die correcties zijn alle in het nadeel van omwonenden. De organisatoren doen alsof ze met iedere decibel minder honderden of duizenden klanten verliezen. Ondernemers willen er decibellen bij en delen tegelijkertijd oordoppen uit aan hun klandizie. Hoe er met deze geluidscorrecties gesjoemeld wordt heeft Wij-Amsterdam mede namens Lager Toontje in een raadsadres duidelijk gemaakt (het onderste document bij punt 15 Raadsadres nieuwe wetenschappelijke onderzoeksinformatie ten behoeve van het Nieuwe Evenementenbeleid). Die nieuwe wetenschappelijke informatie is van Jan ten Kate aan de Technische Universiteit Delft over het voorspellen van geluidsoverlast bij muziekevenementen in de open lucht in de bebouwde omgeving.

Uit het onderzoek van Jan ten Kate:”Het maximale geluidsniveau op de gevel van woningen is 65 dB(A). De dB(C) norm is ofwel 79 dB(C) ofwel 83 dB(C) maar nooit de in het huidige Nieuwe Evenementenbeleid genoemde 85 dB(C). Het voorgenomen Nieuwe Evenementenbeleid is slechter voor de omwonenden dan het oude beleid. Jan ten Kate bepleit voor Amsterdam standaarden van 65 dB(A) en 80 dB(C), die onverkort in het Nieuwe Evenementenbeleid dient te worden opgenomen. Geen enkele omwonende zou geluidsniveaus hoger dan deze hoeven te verduren.”

Sjoemelen met straatbreedtes
Maatschappelijk belang doet blijkbaar straten en pleinen krimpen. Bij evenementen van “hoog maatschappelijk belang” (voorlopig zijn dat Koningsdag en Pride maar het kan zo maar meer worden) mogen de geluidsnormen met maar liefst 10 decibel overschreden worden. Dat is heel hard. En waarom?

Dit zegt de toelichting in de beleidsregel geluid: “Voor evenementen “met een hoog maatschappelijk belang” geldt net als bij andere evenementen de doelstelling om de overlast voor de omgeving te beperken. (…) De situering van deze evenementen in de binnenstad van Amsterdam – met veel relatief smalle locaties waar muziek ten gehore wordt gebracht – maakt dat een geluidniveau van maximaal 85 dB(C) te veel ten koste zou gaan van “de belevingswaarde voor bezoekers” van het evenement. Om die reden wordt voor deze categorie een uitzondering mogelijk gemaakt en de gevelwaarde op maximaal 95 dB(C) gesteld. Het jaarlijkse eenmalige karakter van deze evenementen maakt dat een uitzondering op de basisnorm tot maximaal 95 dB(C) aanvaardbaar wordt geacht.”

Vanuit evenementenbureau en omgevingsdienst horen wij steeds: in smalle straten zoals Zeedijk MOET het zo hard. Zijn Amstelveld en Westermarkt 3 dagen per jaar een smalle straat en tijdens andere evenementen een plein? En worden Spuistraat en Zeedijk bij feesten buiten de Pride spontaan breder? Of krimpen ze juist door het vooruitzicht van twee lange avonden Pride? En het Vondelpark? Ook een smalle straat? Mag met de Pride ook tot 95 dB(C) op de gevel (vergunning 2017). Het locatieprofiel noemt het niet. En ja, elk feest is eenmalig, maar het zijn op dit moment wel twee of drie dagen achter elkaar per jaar. En staat er in het beleid niet dat je (buiten de locatieprofielen) in het centrum maar één dag per jaar een luidruchtig feest te verdragen krijgt? Wij houden vast aan het voorstel van Jan ten Kate!

Meetrapport
Uit de meetrapporten zou blijken dat de toegestane normen lang niet altijd worden gehaald. Lees ook het Raadsadres beoordeling meetwaarden-onderzoek ten behoeve van ondersteuning van het Nieuwe Evenementenbeleid van Peter Welp, lid begeleidingsgroep meetwaardenonderzoek. Op basis van dezelfde meetgegevens uit komt Peter Welp tot conclusies die de schrijvers van het rapport niet trekken!

Peter Welp:”De onderzoeksvraag “Wordt de spraakverstaanbaarheid, van maximaal circa 50 dB(A) in de woning gewaarborgd?” (bij een gevelnorm van 85 dB(C)) is nietbeantwoord. Omdat de meetgegevens binnenhuis geen overschrijdingen laten zien (en men is hier terecht voorzichtig in, binnenmeten is erg lastig en dient alleen als indicatie gebruikt te worden) lijktde vraag hiermee beantwoord. Echter, bij geen van de metingen is de waarde van 85 dB(C) op de gevel bereikt. Dat was wel de waarde die bewezen diende te worden, omdat Amsterdam van plan is deze waarde te vergunnen.”

en

Na bestudering van exact dezelfde gegevens uit het meetonderzoek kom ik echter wél tot een antwoord op deze vraag; de spraakverstaanbaarheid, die in het geding komt boven 50 dB(A) binnenshuis, is met het nieuwe beleid niet gewaarborgd.”

Het meetrapport van de omgevingsdienst NSKG (35.54 MB!) concludeert:

  1. Slechts bij één evenement werd op één meetpunt/-hoogte een overschrijding vastgesteld met enkele dB’s. Als positieve uitschieter manifesteerde DGTL zich door beide dagen onder de 80 dB(C) muziekgeluid op de maatgevende gevels te produceren.
  2. Ook geven deze bevindingen aanleiding de akoestische (prognose) onderzoeken kritisch te blijven bekijken, aangezien in veel gevallen een hogere geluidbelasting is berekend dan in de praktijk werd gemeten.
  3. De langstrekkende botenparade (Pride 2017) bleek niet aan de gevelnorm van 95 dB(C) te voldoen. Hier werden regelmatig voor kortere perioden niveaus tot boven de 100 dB(C) gemeten. Geadviseerd wordt te onderzoeken of dit wel mogelijk is en op welke wijze dat te realiseren en waarborgen is.

De gemeente concludeert dan toch: de norm is prima. De bewoners en de NSG concluderen: blijkbaar hoeft het dus helemaal niet zo hard (voor “de belevingswaarde voor bezoekers”), de norm kan dus sowieso omlaag. Maar de gemeente zegt: als de vergunning 85 of 95dB(C) zegt, dan betekent dat niet dat het zo hard MOET. Wij zeggen: maar het MAG wel, dus hebben omwonenden niet eens recht tot klagen als het te gortig wordt.

In Rust en Reuring Rapportage Onderzoek Geluidsbeleving 2017 (SoundAppraisal) over de geluidsbeleving van buurtbewoners rondom de NDSW-werf en het Westerpark op pagina 53 de conclusies:

  1. De deelnemende bewoners in de buurt van de festivals beleefden het festival geluid doorgaans als ‘chaotisch’: een combinatie van onplezierig en druk. Dit ging gepaard met muziek als voornaamste hoorbare geluidsbron. Dit resultaat is volgens de verwachtingen.
  2. De belangrijkste bepalende factoren voor overlast zijn het ervaren basgevoel en de onplezierigheid van het omgevingsgeluid. Opvallend hierbij was dat de hoorbaarheid van muziek geen voorspellende variabele is. Het kunnen horen van muziek is dus niet per se hinderlijk, maar het kunnen voelen van de bassen wel. Tijdstip van de dag lijkt zwak tot matig, maar significant, samen te hangen met de ervaren overlast. Geluidsgevoeligheid is geen bepalende factor voor overlast.
  3. Er is een matig (N=3) of afwezig (N=2) verband gevonden tussen LCeq waarden en gerapporteerde hinder tijdens de vijf onderzochte festivaldagen. In de gevallen waarin wel een verband werd gevonden, was dit verband minder sterk dat het verband tussen geluidsoverlast en de kwalitatieve variabelen zoals behandelt bij onderzoeksvraag 2.

De meeste (chaotische) belevingsmetingen zijn voornamelijk tussen 17:00 en 23:00 gemaakt.